Zoutwinning

Zoutwinning
Nadat Willem Beukelszoon uit Biervliet in de veertiende eeuw het haringkaken uitvond, ontstond er een enorme behoefte aan zout in Europa. Bij het haringkaken wordt o.a. zout gebruikt om de haring langer te kunnen bewaren en dat principe zorgde voor een revolutie in de voedselvoorziening. De condities op het zuidelijk deel van Bonaire zijn ideaal voor de winning van het zilt. Dit is dan ook de reden dat op de dag van vandaag nog steeds aan commerciële zoutwinning wordt gedaan op het Caribische eiland. In de 19de eeuw is meer dan 50.000 kilogram zout van Bonaire naar Nederland verscheept. Het is nu het Amerikaanse bedrijf Cargill dat het zout oogst uit de Caribische Zee en verscheept naar de VS waar het verdere bewerkingen ondervindt en o.a. als strooizout en waterontharder wordt ingezet. Cargill produceert jaarlijks ongeveer 400.000 ton zout. Bonaire bezit een flink aantal zoutmeren (saliñas). Deze saliñas bevinden zich voornamelijk in het noorden van Bonaire in het Washington Slagbaai National Park. Een zoutmeer is een binnenmeer waar wel water kan instromen maar geen water kan uitstromen. Wanneer het gaat om een kunstmatig meer (kom) voor de zoutwinning wordt gesproken van een zoutpan. Deze zoutpannen bevinden zich in het zuiden van Bonaire. Doordat het water alleen kan verdwijnen door te verdampen, wordt de zoutconcentratie in het resterende water steeds hoger. Als de aanvoer van het water minder is dan de verdamping, zal al het water uiteindelijk verdwijnen en blijft er een zoutvlakte achter waar men dan vervolgens het zout van kan oogsten. Tegenwoordig wordt voor het delven van het zout moderne technologie en machinekracht ingezet. Vroeger ging dat uiteraard anders, maar het onderliggende principe is nog steeds hetzelfde. Een bekken (zoutpan) laat men vollopen met zeewater, de watertoevoer wordt afgesloten en de zon doet de rest. Het water verdampt na verloop van tijd en de zoutkristallen zijn vervolgens van de drooggevallen bodem af te scheppen. Het zout wordt vervolgens gewassen en een paar maanden gedroogd vooraleer het middels transportbanden in schepen wordt geladen.
Slavenhuisjes
In het verleden werden hier slaven te werk gesteld. Het was extreem zwaar werk onder de immer verschroeiende koperen ploert. Er zijn in die tijd ook slavenhuisjes gebouwd waar de slaven de nacht konden doorbrengen, zodat ze niet iedere dag op en neer naar hun dorpen Tera Cora, Antriol en Rincon hoefden te lopen. Deze kleine stenen hutjes waren net groot genoeg voor twee personen.